Bloemhof
Deze wijk op Rotterdam-Zuid bestaat o.a. uit een aantal buurten welke voor een belangrijk deel in de jaren 30 van de vorige eeuw, onder architectuur, zijn ontwikkeld in opdracht van de gemeente.
Deze pagina beschrijft een aantal kenmerkende buurten in deze wijk.
In deze wijk vind je werk van o.a. de architecten A. van der Steur, Kraaijvanger en J.J.P. Oud.
Kossel, Asterstraat
In tegenstelling tot de wijken en buurten op de rechter-Maasoever zijn de wijken en buurten op Zuid meestal niet organisch gegroeid (in de zin van kleinschalige projecten vanuit een particulier initiatief) maar vaak vanuit uit de gemeente geinitieerde samenhangende projecten.
Dit om de snel groeiende bevolking (t.g.v. van de snel ontwikkelende havenactiviteiten, voornamelijk op Zuid) op een fatsoenlijke manier te kunnen huisvesten.
Lees meer over de woningnood
Door de groei van de haven waren veel arbeiders nodig waarvan veel uit Brabant en Zeeland kwamen.
Rotterdam kende daardoor een groot woningtekort. Op Zuid, dicht bij de nieuwe havens, bouwde speculanten veel woningen.
Deze traditionele huizen waren vaak van slechte kwaliteit en te klein. De meeste huizen waren zogenaamde alkoof- en rug-aan-rug woningen.
In 1917 besloot de gemeente Rotterdam zelf woningen te gaan bouwen om de woningnood te beëindigen.
Met name de sociaal-democratische wethouder volkshuisvesting A.W. Heykoop ('Arie Beton') zette zich samen in met directeur Antoine Plate van de in 1916 opgerichte Gemeentelijke Woningdienst voor het bouwen van goede woningen.
Rotterdam nam als eerste het initiatief om deze woningbouw deels in beton uit te voeren.
Ondanks een aantal overeenkomsten zijn de hier beschreven buurten geen echte 'tuindorpen' (met tuinen per woning, veel groen en singels) zoals in dezelfde periode (Interbellum) elders wel ontwikkeld, bijvoorbeeld het naburige
Vreewijk en ook de industriewijk
Heijplaat.
Zoals zoveel wijken en buurten op Zuid uit die periode is de bebouwing langs de doorgaande wegen hoger (bijvoorbeeld 5 lagen) dan de daardoor omsloten buurten.
In dit geval betreft dat dan o.a. de Dordtselaan, Strevelsweg, Hillevliet en Groene Hilledijk. De hier beschreven buurten zijn vanaf deze doorgaande wegen dan ook nauwelijks zichtbaar.
Zwijndrechtsestraat
T.b.v. het contrast: de Zwijndrechtsestraat is gelijk al een uitzondering op bovenstaande beschrijving.
De Zwijndrechtsestraat is de eerste straat van Bloemhof en van Zuid. Dit natuurlijk uitgezonderd de straten van de oude dorpskernen, zoals die van
Katendrecht en
Charlois.
Deze straat is nog een product van kleinschalige en particuliere initiatieven, zoals al lang gebruikelijk in Noord. Aannemers en anderen bouwden voor eigen risico 1 of meerdere woningen. Vandaar de grotere diversiteit.
De gemeente hanteerde inmiddels wel een aantal voorschriften, zoals bijvoorbeeld de rooilijn en bouwhoogte.
Kiefhoek
De Kiefhoek is een buurt in de wijk Bloemhof en behoort tot de belangrijkste (gemeentelijke-) monumenten van Rotterdam.
De buurt is wereldwijd bekend bij architecten en stedenbouwkundigen en werd in 1999 door de 'Union Internationale des Architectes' op een lijst van de duizend belangrijkste architectonische projecten/gebouwen van de 20e eeuw opgenomen.
De Kiefhoek is een hoogtepunt van het modernisme in de sociale woningbouw en was een project om de minder draagkrachtige arbeidersklasse 'te verheffen' en betere leefomstandigheden (licht, lucht) te bieden.
De buurt heeft een functionalistisch stedenbouwkundige indeling en de woningen hebben een woningplattegrond waar, conform de bouwopdracht, maximale woonruimte wordt gecreëerd.
De bouw vond plaats tussen 1925 en 1930.
Heer Arnoldstraat
Het ontwerp is van architect J.J.P. Oud in opdracht van het Gemeentelijke Woningdienst waar Oud van 1918 tot 1933 voor werkte.
Internationaal werden zowel het stedenbouwkundige plan als de woning-plattegronden geprezen en bezorgde Oud internationale faam.
De Kiefhoek is Ouds laatste project in gemeentelijke dienst.
De buurt vormt met zijn witgepleisterde lage bebouwing met platte daken en kleurstelling (ontleent aan De Stijl) een duidelijk onderscheidbare enclave in de omliggende bebouwing.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt valt de geslotenheid van de buurt naar buiten toe op, terwijl naar binnen toe de openheid en ruimte kenmerkend zijn.
Kiefhoek bestaat uit 298 ééngezinswoningen, 2 winkels (met opvallende halfronde glazen gevels), een waterstokerij en een kerk.
De witgepleisterde gevels en platte daken suggereren dat het om betonbouw gaat (zie o.a. het Stulemeiercomplex).
Het betreft echter, i.v.m. bouwkosten, toch traditioneel geconstrueerde bouw in baksteen.
Gedurende de bouw van de buurt werd een kerk voor de 'Hersteld Apostolische Zendingsgemeente' toegevoegd, een eveneens witgepleisterd rechthoekig volume.
Tussen 1989 en 1995 werden de woningen gerestaureerd/gerenoveerd (architect Wytze Patijn, Rijksbouwmeester).
De kerk, gerestaureerd tussen 1992 en 1994 door bureau Van Duivenbode & De Jong, is tegenwoordig in gebruik bij het Leger des Heils.
De buurt wordt (ongeveer) door de volgende straten begrensd:
Noord: Hillevliet
Oost: Groene Hilledijk
Zuid: Lindtstraat
West: Lange Hilleweg
Kossel
Kossel is ontworpen door architect J.H. Hulsbosch in opdracht van de Gemeente Rotterdam.
Het complex Kossel, en ook Stulemeijer, zijn voorbeelden van experimenten met betontechnieken ter vervanging van traditionele baksteenbouw.
De naam Kossel komt van de Duitse firma Schnellbau Paul Kossel (Bremen) die de betonbouw uitvoerde.
Bij het toegepaste bouwsysteem van deze firma worden de wanden, vloeren en daken met behulp van geprefabriceerde bekistingselementen ter plaatse gestort.
Lees meer over betonbouw
Vanaf de 1e Wereldoorlog vonden veel experimenten met bouwen van woningen in beton in de drie steden Amsterdam, Den Haag en Rotterdam plaats.
De meest bekende is de Amsterdamse wijk Betondorp, ook ontworpen door J.H. Hulsbosch.
De twee belangrjkste redenen waren de heersende woningnood en de enorm gestegen bouwkosten (lonen, materialen).
Met beton had men ook niet langer traditionele materialen en geschoolde bouwvakkers nodig.
Bovendien dacht men de bouwtijd te verkorten door met prefab elementen te werken.
Het Kosselsysteem, ontwikkeld door Schnellbau Paul Kossel uit Bremen, is een gietbouw-systeem waarbij het beton voor de wanden, vloeren en daken in eenvoudige houten bekistingen werd gegoten.
Het beton werd op de bouwplaats gemengd en gestort. De houten kozijnen werden naar Duits gebruik pas later aangebracht.
De gevels waren afgewerkt met een plint van geemaileerde tegels in primaire kleuren; de rest werd afgepleisterd.
Er zijn schuine houten kappen en zowel betonnen als houten platte daken toegepast.
Dat het bij experimenteren bleef, kwam omdat in de loop van de jaren 20 de bouwkosten weer sterk gingen dalen en beton daardoor minder aantrekkelijk werd.
Bovendien bestonden er weerstanden tegen betonbouw om esthetische redenen.
De buurt Kossel bestaat uit een drietal delen (fasen): I, II en III.
Grofweg is de verdeling (naar straat) als volgt:
I: Violierstraaat / Hortensiastraat (1921 - 1922)
II: Hortensiastraat / Resedastraat (1922 - 1925)
III: Lange Hilleweg (1930)
Kossel, Asterstraat
Kossel I
Kossel I (1921 - 1922) bestaat uit 70 eengezinswoningen en 170 boven- en benedenwoningen.
Kossel I heeft de status van gemeentelijk monument.
De buurt is symmetrisch opgebouwd met de Balsemienstraat als as, die zich bij het driehoekige Balsemienplein splitst.
Hier is een poortgebouw gesitueerd. Verder zijn voornamelijk laagbouwwoningen in korte bouwblokken in een rechthoekig stratenpatroon toegepast.
Het stratenpatroon is gebaseerd op de oude slotenstructuur.
Kossel II
In Kossel II (1923 - 1925) staan 500 boven- en benedenwoningen.
Deze tweede fase kent een strokenverkaveling en een soberder detaillering.
De firma Kossel werd door de gemeente gedwongen de prijs te drukken. Daarom is de uitvoering van de woningen een stuk simpeler en de dichtheid veel hoger dan in Kossel I.
Kossel III
In 1930 werden nog 30 etagewoningen van het (nog goedkopere) type Korrelbeton aan de Lange Hilleweg 163-185 gebouwd, ontworpen door W. van Tijen en W. Greve.
Het betreft een L-vormig bouwblok met 30 gestandaardiseerde betonwoningen van 72 m2 in twee lagen.
Patrimonium's Hof
De 168 arbeiderswoningen in het Patrimonium's Hof (Jasmijnstraat) zijn gebouwd in 1915 (architect A.K. Kruithof) en in 1992 gerenoveerd (sindsdien 103 woningen). Vanaf 2019 volgt er een nieuwe herontwikkeling.
De woningen en de fontein zijn een Rijksmonument.
Stulemeiercomplex
Naast de betonwoningen van de Kossel werd ook het Stulemeijercomplex (1921 - 1925) in beton uitgevoerd.
Het wijkje is vernoemd naar directeur Charles Stulemeijer (1880 - 1968) van NV Internationale Gewapendbeton Bouw (IGB) te Breda.
Het Klooster
"Het Klooster" op de Putselaan is het voormalige R.K. broederhuis Saint Louis. Het pand stamt uit 1927 en is een ontwerp van de gebroeders Kraaijvanger.
De Congregatie der Broeders van Oudenbosch werd in 1840 gesticht.
Aanvankelijk beperkten hun werkzaamheden zich tot parochieel jeugdwerk, maar al snel richtten de broeders zich op het onderwijs.
De congregatie is gespecialiseerd in onderwijs en opvoeding ten behoeve van de katholieke jeugd in Nederland.
De centrale vestiging was in Oudenbosch, waar het Moederhuis en het Instituut Saint Louis waren gelegen.
De broeders vestigden zich ook in Amsterdam, Alkmaar, Laren, Den Helder, Nijmegen en Roosendaal.
Kraaijvanger architecten
De gebroeders Evert (1899 - 1978) en Herman (1903 - 1981) Kraaijvanger behoren tot de belangrijkste Rotterdamse architecten.
De broers zetten in 1927 op jonge leeftijd het bureau van hun vader voort.
Hun vooroorlogse werk bestaat, zoals bij vele katholieke architecten, uit traditionalistische baksteenarchitectuur voor met name katholieke opdrachtgevers.
De gebroeders Kraaijvanger waren actief betrokken bij de wederopbouw van Rotterdam.
Zij bepaalden met o.a. Van den Broek & Bakema en Maaskant in grote mate het uiterlijk van het nieuwe Rotterdamse centrum.
Hun werken, of van het nog bestaande gelijknamige architectenbureau, zijn o.a.:
- De voormalige Amsterdamsche Bank aan de Blaak (sinds 2010 een Wederopbouwmonument)
- Het Holbeinhuis aan de Coolsingel
- de RVS-flats aan de Maasboulevard
- het concertgebouw De Doelen
- meer recent Zwemcentrum Rotterdam op het Zuidplein
Naast de architectuur waren zij actief in de politiek en het maatschappelijk leven.
Saint Louis
De Tweede Wereldoorlog
Enkele uren na de landing van de eerste Duitse militairen op de Rotterdamse
Waalhaven sneuvelden op de Putselaan vier kloosterbroeders.
Een tweetal van deze broeders werd onder vuur genomen door Nederlandse soldaten, die meenden dat de broeders verklede Duitsers waren.
Op de gevel van het klooster bevindt zich een monument ter nagedachtenis aan deze broeders van Saint Louis die op 10 mei 1940 door oorlogsgeweld zijn omgekomen.
Het monument is een kleine ingemetselde gedenksteen, in de gevel nabij de ingang, van travertijn met de tekst: 'IN MEMORIAM 10 MEI 1940'.
In het R.K. Broederhuis Saint Louis bevindt zich een plaquette met de namen van de omgekomen broeders.
Broederhuis Saint Louis
Broederhuis Saint Louis en school
Voormalige kloostertuin
TOP
Scholencomplex Putselaan
School Van der Steur
Breeplein
In de nabijheid
Hillesluis
Vreewijk
Afrikaanderwijk
Thema's
De Wijken
Architectuur
Kaart
De wijk wordt (ongeveer) door de volgende straten begrensd:
- Noord: Putselaan
- Oost: Hillevliet / Groene Hilledijk
- Zuid: Strevelsweg
- West: Dordtselaan
Zie ook
Museumwoning: Hendrik Idoplein 2 (op afspraak).
Copyright © 2018-2019 OnderMaas. Alle rechten voorbehouden